Fosfor
Fosfor geeft energie, stevigheid aan het skelet, maakt deel
uit van het DNA en is nodig voor de koolhydraat-, vet- en eiwitstofwisseling. Minder
absorptie door maagzuurremmende geneesmiddelen die aluminium bevatten en door hoge
doseringen calciumcarbonaat (krijt), dit zit in calciumsupplementen. Veel fosfor
geeft een verhoogde botstofwisseling, wat botontkalking verhoogt. Te hoge inname
aan fosfor belemmert de absorptie van ijzer, koper en zink. Een tekort leidt tot
anorexia, bloedarmoede, pijn in de botten, vervorming van de botten tijdens de groei
of infecties. Fosfor zit in bijna alle voedingsmiddelen voor, vooral in melk, vis,
vlees en brood. Ook als bindmiddel in de vorm van fosfaatzout toegevoegd aan voeding.
De ondergrens is 700 milligram fosfor per dag. Enkele voorbeelden zijn:
Halfvolle yoghurt (1 schaaltje) 25
Witte kool, rauw (200 gram) 10
Tarwebrood (5 sneetjes) 60
Halfvolle melk (1 glas) 30
Kipfilet (75 gram) 35
of bel 06 33309552.